Serie: De Rode Ridder
Vandersteen, Willy | Paperback / softback | 05-04-2012 | 9789002150401
Johan nadert een kleine nederzetting. Er heerst een drukte van jewelste, iedereen staat ongeduldig te wachten aan de herberg, waar Gaetan de minstreel veel succes heeft. De bewoners schreeuwen om de ballade van Xanador nogmaals te mogen horen. Gaetan begint de ballade, die over goud en mooie vrouwen gaat. Johan staat mee tussen de toeschouwers. Hij bemerkt ook een knappe vrouw, die de minstreel strak aankijkt. Gaetan beëindigt de ballade en zet het op een lopen. Een oude man houdt hem echter tegen, hij vertelt hem dat zijn drie zoons op zoek gingen naar Xanador, maar niet terugkeerden. Ook een ander heerschap spreekt Gaetan aan. Het is Mitje, die samen met zijn vrienden Ward en Jakke naar Xanador willen. Ze zetten Gaetan onder druk om hen alles te vertellen over Xanador. De oude man blijft echter aandringen op de feiten omtrent zijn zoons. Het dreigt tot een handgemeen te komen tussen de oude man en de drie andere belagers van Gaetan. Johan stapt naar voor en werpt zich beschermend voor de oude man. Er ontstaat een gevecht tussen Johan en Mitje. Mitje krijgt een rake klap en zakt in elkaar. De oude man, Ebert, krijgt intussentijd een beroerte die hij niet zal overleven. Ward en Mitje druipen af, maar Jakke benadert Johan langs achter en wil hem laffelijk neerslaan. De jonge vrouw waarschuwt Johan echter tijdig zodat Jakke een lage scheervlucht maakt, en het op een lopen zet.