dynamiek in het beleidsdenken De transformatie van het stadsvernieuwingsconcept in het beleidsvertoog over verstedelijking en volkshuisvesting
Vermeijden, B. | Paperback / softback | 01-06-2012 | 9789052692401 |
Levertijd 5 dagen
Printuitgave editie 1997
In de afgelopen dertig jaar volgen drie
verstedelijkingsconcepten elkaar op in het
beleidsdenken over de stedelijke
ontwikkeling: stadsreconstructie,
stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing.
Tot het begin van de jaren zeventig wordt het
verstedelijkingsbeleid gedomineerd door het
stadsreconstructieconcept, in de jaren
zeventig en tachtig door het
stadsvernieuwingsconcept. Sinds het eind
van de jaren tachtig verdringt het stedelijke
vernieuwingsconcept het inmiddels
‘klassieke ‘ stadsvernieuwing concept
van zijn centrale positie, eerst in het
beleidsdenken, daarna ook in de
beleidspraktijk.
Dit boek beschrijft de opkomst en neergang
van deze verstedelijkingsconcepten en doet
een poging deze te verklaren. Daarbij wordt
het beleid voor de bestaande stad –
‘stadsvernieuwing ‘- geplaatst in de context
van de beleidstheorieën die het rijk hanteert
met betrekking tot de volkshuisvesting en de
ruimtelijke ordening en hun samenhang.
Beleidswetenschappelijk vertrekpunt is het
begrip beleidstheorie, dat kort samengevat
staat voor het geheel van normatieve en
causale voor- en veronderstellingen waarvan
de beleidsmakers uitgaan bij de
beleidsontwikkeling. Verondersteld wordt dat
veranderingen in het beleidsdenken niet zo
zeer afhankelijk zijn van de kwaliteit van de
kennis over het beleidsterrein, maar van de
krachtsverhoudingen tussen groepen actoren
die een bepaalde beleidsopvatting delen.
Krachtsverhoudingen die bepaald worden
door -veelal onvoorziene, ontwikkelingen in
het beleidsveld en zijn omgeving. Daarbij is
intrigerend dat dezelfde actoren die eerst
beleidsfilosofie A voorstonden na enige tijd
met volle overtuiging een daaraan volstrekt
tegengestelde beleidsfilosofie B steunen.
Het boek geeft naast de toepassing van een
specifieke beleidswetenschappelijke
benadering op het beleidsterrein van de
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ook
een beknopt overzicht van de concrete
ontwikkeling in beide beleidsterreinen over de
afgelopen dertig jaar. Het is daarom van
belang voor zowel medewerkers en studenten
van universitaire en Hbo-opleidingen
(politicologie en bestuurskunde, planologie,
volkshuisvesting, stedenbouw, e.d.) als voor de
betrokkenen in de beleidspraktijk
(beleidsmakers bij de overheid, marktpartijen,
architecten en stedenbouwers en
bewonersorganisaties).
Het onderzoek is verricht in het kader van het
onderzoeksproject Volkshuisvesting en
stadsvernieuwing: tussen overheid en markt
van de vakgroep Volkshuisvesting &
Stadsvernieuwing van de
Faculteit Bouwkunde van de
Technische Universiteit te Delft