Serie: Ars Aequi Cahiers
Holtmaat, Rikki | Paperback / softback | 18-02-2022 | 9789069169927
Dat seksuele intimidatie onacceptabel gedrag is waarvan met name vrouwen veel schade ondervinden, wordt langzamerhand algemeen erkend. Maar waar juridisch gezien de grenzen precies moeten worden getrokken is nog allerminst duidelijk. Zo oordeelde de Hoge Raad in juli 2009 dat voor de beoordeling of er sprake is van seksuele intimidatie niet de gevoelens van het slachtoffer, maar wel de bedoelingen van de pleger een rol mogen spelen. Is dat echter wel in overeenstemming met de geldende wettelijke definitie? En wie is de aangewezen partij om het bewijs te leveren dat er daadwerkelijk zoiets is voorgevallen? Mag een werkgever de leidinggevende, die een medewerkster buiten werktijd lastigvalt, ontslaan? Of is hij ten opzichte van het slachtoffer aansprakelijk, als hij de pleger juist niet ontslaat? Mag een schoolbestuur leerlingen verwijderen die gefotoshopte naaktfoto‘s van een docente op internet hebben gezet? Kan een zorginstelling weigeren een patiënt die verpleegkundigen lastigvalt, verder te behandelen? Wat kan iemand die valselijk wordt beschuldigd van seksuele intimidatie daartegen ondernemen?
Rikki Holtmaat heeft in dit handboek de materie op systematische wijze beschreven, waarbij de juridische vraagpunten worden verduidelijkt met talloze voorbeelden uit de jurisprudentie. De auteur maakt daarbij onderscheid tussen verbodsnormen, die zich richten tot de plegers van seksuele intimidatie, en instructienormen, die zich richten tot werkgevers en tot bestuurders van onderwijs- en zorginstellingen en die hen verplichten om seksuele intimidatie te voorkomen en te bestrijden en om slachtoffers effectief te beschermen. Voor beide typen rechtsnormen is een heldere definitie van seksuele intimidatie cruciaal. Deze krijgt daarom veel aandacht in dit boek.
Rikki Holtmaat is hoogleraar non-discriminatierecht in Leiden en heeft veel ervaring als voorzitter van klachtencommissies binnen de onderwijssector.