Over de betekenis van de filosofie van Arthur Schopenhauer voor de moderne wetenschap
Van der Linde, Siger | Paperback / softback | 31-05-2018 | 9789402175950
‘Het is maar de vraag of Einstein tot zijn relativiteitstheorie was gekomen als hij zich niet verdiept had in het werk van filosofen als Ernst Mach en Arthur Schopenhauer. Einstein had Schopenhauer op zijn nachtkastje. Wat moest hij daarmee? Pas als je diens werk leest zie je dat Schopenhauer het over de tijd heeft, een centraal begrip in de relativiteitstheorie. En Schopenhauer had een totaal andere kijk op de werkelijkheid dan het positivisme waarin Einstein op de universiteit was ondergedompeld.’ – Dit zegt de Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli, auteur van ‘Zeven korte beschouwingen over natuurkunde’ (2014), in 2017 in een interview met een Nederlandse krant. Hij is de eerste in zijn vak die ik over Schopenhauer hoor. Schopenhauer heeft het over de tijd, zegt hij. Maar Schopenhauer heeft het niet alleen over de tijd, hij heeft het ook over de ruimte, de materie, de zwaartekracht en de andere natuurkrachten. En over waarom die dingen relatief zijn. Einstein kon alles op zijn nachtkastje vinden. Maar hij heeft het meeste laten liggen. Hij zag de relativiteit van tijd en ruimte wel, maar de relativiteit van materie ging hem te ver. Het positivisme was er niet uit te krijgen.