Joosen, E. P. M. | Paperback / softback | 14-11-2019 | 9789013155754
Deze uitgave bevat de volledige tekst van de oratie die Bart Joosen op 6 juni 2018 uitsprak, met een centrale rol voor het Single Supervisory Mechanism (SSM). Juristen werkzaam in de rechtspraktijk of in het bedrijfsleven doen hun voordeel met de interessante inzichten omtrent de toepassing van het Europese proportionaliteitsbeginsel. Bart Joosen sprak aan de Vrije Universiteit de oratie Proportionaliteit in het Europese Financieel Toezichtrecht uit. De oratie gaat in op de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel van artikel 5: Verdrag van de Europese Unie in de Europese wetgevings- en toezichtpraktijk. Joosen legt hierin een bijzondere nadruk op het Single Supervisory Mechanism (SSM), het gecentraliseerde toezicht door de ECB op banken in de Eurozone. U vindt in deze uitgave diverse ontwikkelingen en vraagstukken uitgediept omtrent de toepassing van het Europese proportionaliteitsbeginsel, waaronder: De ontwikkelingen in het financiële toezicht sinds de financiële crisis van 2007/2008 De Europeanisering van de wetgeving door het toenemend gebruik van het verordeningsinstrument Ontwikkelingen in jurisprudentie van het Gerecht van de Europese Unie en het Hof van Justitie in het kader van de toepassing van de regels van het SSM door de ECB De auteur concludeert dat het Europese proportionaliteitsbeginsel voldoende bescherming biedt voor verdere uitbouw van gecentraliseerd toezicht op de Europese financiële markten en ondernemingen. Daarnaast geeft hij aan dat het voldoende bescherming biedt voor verdere verschuiving van wetgeving van het nationale naar het Europese niveau. Deze oratie is buitengewoon geschikt voor wetenschappelijk georiënteerde juristen die werkzaam zijn in de rechtspraktijk of in het bedrijfsleven. Ook voor studenten en onderzoekers vormt het een bruikbaar naslagwerk. Deze uitgave is deel 28 van de ZIFO reeks. Het ZIFO is een wetenschappelijk platform gericht op het behandelen van actuele en relevante onderwerpen op het terrein van het financiële recht en het ondernemingsrecht. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan onderwerpen die (nog) niet in wetgeving zijn vervat of waarvoor wetgeving of wetswijziging in voorbereiding is.