Vergeer, Koen | Paperback / softback | 08-11-2023 | 9789056552916
Het werk van Roel Richelieu Van Londersele heeft, wars van modes en stromingen, een geheel eigen plaats in het Nederlandse taalgebied. Zijn toegankelijke, romantische poëzie, met een thematiek die altijd dicht bij huis blijft, wordt veel gelezen en zijn optredens zijn druk bezocht. Van 1971 tot 1982 gaf hij het tijdschrift Koebel uit waarin diverse, inmiddels bekende Vlaamse dichters debuteerden. In 2003 was hij de eerste stadsdichter van Gent. Naast een tiental dichtbundels publiceerde hij ook een aantal romans en thrillers. Hij is docent literaire creatie en richtte in 2019 De Zeef op, een uitgeverij die zich richt op beginnende dichters. Richelieu Van Londersele won onder meer de Louis Paul Boonprijs en in 2010 de Herman de Coninckprijs voor het gedicht ‘Mats’. In dit handboek worden zijn poëzie, proza en andere literaire activiteiten belicht door diverse specialisten. Op die manier is het handboek een inleiding en naslagwerk bij het gehele oeuvre van Richelieu Van Londersele.
Met bijdragen van Charles Ducal, Alexander Van de Sijpe, Jooris van Hulle, Erna Schelstraete, Ivo van Strijtem, Johan Reijmerink, Yvan De Maesschalck, Tania Verhelst, Peter Theunynck, Geert Swaenepoel en Patrick Auwelaert.
Koen Vergeer (1962) is schrijver en poëziecriticus. Hij publiceerde verhalenbundels, een vie romancée over Paul Delvaux, alsook diverse non-fictie boeken, onder meer over Gustav Mahler. In 2000 verscheen Poëzie in Vredenburg, over twintig jaar Nacht van de Poëzie in Utrecht. Met Anneke van Dijk stelde hij in 2005 het luisterboek Ode aan de Nacht samen. Hij is de laatste jaren vooral bekend als schrijver van boeken over autosport. Hij was jarenlang poëzierecensent bij De Morgen en publiceert nu onder meer in De Lage Landen, Poëziekrant en het tijdschrift Formule 1.
Carl De Strycker (1981) promoveerde op een proefschrift over de invloed van Paul Celan op de Nederlandstalige poëzie (Celan auseinandergeschrieben, 2012). Met Yra van Dijk en Maarten De Pourcq stelde hij Draden in het donker. Intertekstualiteit in theorie en praktijk samen. Met Koen Rymenants bezorgde hij Willem Elsschot. Dichter (2017), met Yves T’Sjoen redigeerde hij het Nolens handboek (2018) en het Van hee handboek (2022), met Lars Bernaerts het Hertmans handboek (2021) en met Anneleen De Coux het Ducal handboek (2022).