Hüsgen, Lucas | Paperback / softback | 21-03-2023 | 9789056550608
In 2020 had de dichter een goed aantal gedichten bij elkaar. ‘Welke titel geef ik daar eens aan? Laat ik er De wereldvrede van maken. Heb ik meteen een titelgedicht, en heel onbelangrijk is een dergelijk verlangen niet voor de poëzie, al is succes niet gegarandeerd.’ Dat heeft hij in 2022 geweten. Let wel: zonder lijntje naar het Kremlin.
Ter opluistering van de algehele vrolijkheid opent de bundel ook nog eens met een lang en veelvormig gedicht onder de titel ‘Huis der verbrandingen’. Dat probeert zich onder meer ietwat te verstaan met de natuurkundige wetmatigheid der entropie, grof gezegd: elke energieopwekking (dus ook die in je eigen lichaam) levert een of andere vorm van rotzooi op. Lekker stabiel, zo’n brandend huis; de woorden alras poging tot omgang met ‘de chaotische krachtmeting / van onze eigen gestalten met de wereld.’
Zo handelt De wereldvrede in zijn geheel van verlangens, onbereikbaarheden, afdwalingen, ecologische, maatschappelijke, persoonlijke verwarringen. Zou zoiets ook gelden voor de wereldvrede zelf, luidt allicht de angstige vraag. Om het een beetje draaglijk te houden, is er ? naast monterheid en ironie, en dan: hoe erg is zulk dwalen eigenlijk? ? ook muziek. Niet alleen een gedicht op het werk van componist Salvatore Sciarrino, maar zeker ook de reeks ‘Dolphynarium XL’ met titels die verwijzen naar oorspronkelijke composities van jazzmuzikant Eric Dolphy.
Lucas Hüsgen (1960) debuteerde in 1992 met het prozawerk Zeehond in wormgat. Een requiem voor één stem. Poëzie en proza van hem werden sindsdien genomineerd dan wel gelonglist voor de C. Buddingh’-prijs 1994, de Ida Gerhardt-prijs 2006, de Libris Literatuur Prijs 2008, de Gouden Uil 2008. Voor het essayistische Nazi te Venlo ontving hij de J. Greshoff-prijs 2012. In 2016 verscheen het fotoboek Biotoop Bahnhof. Samen met Annelie David leverde hij in 2020 Sensorium etc., een bloemlezing uit de poëzie van Friederike Mayröcker.