leidraad voor de basisschool
Bartels, Rob | Hardback | 28-01-2009 | 9789055739196
Band 1
Een kind kan meer vragen dan … voor groep 1 en 2
Alle stemmen tellen voor groep 3 en 4
Inhoud
Woord vooraf
Werkwijzer
Wat is dat, filosoferen met kinderen?
Hoe doe je dat, filosoferen met kinderen?
Waarom zou je dat doen, filosoferen met kinderen?
Wat is het doel?
Democratie leren door filosoferen
Is filosoferen met kinderen een democratische praktijk?
Als je meer wilt
Filosoferen doe je zo is een programma filosoferen voor de hele basisschool, van groep 1 t/m 8. De belangrijkste reden om deze uitgave te ontwikkelen is de toenemende belangstelling voor burgerschap en burgerschapsvorming in het onderwijs. Die belangstelling wordt mede gevoed door wetgeving: sinds 2006 hebben alle basisscholen (en scholen voor voortgezet onderwijs) de opdracht burgerschap bij de leerlingen te bevorderen. De auteurs zijn ervan overtuigd dat filosoferen hieraan een bijdrage kan leveren. In een democratische samenleving als de onze hebben burgers een goed denk- en oordeelsvermogen nodig, ze zijn tot dialoog in staat en weten om te gaan met verschil van mening. Dat zien we allemaal in het filosoferen.
De tweede reden om dit programma te maken komt voort uit een wens die al langer bestaat: het opnieuw beschikbaar maken van materiaal uit de map Filosoferen op de basisschool, die in 1994 verscheen bij de Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Ruim veertig leraren – sommigen met veel, anderen met weinig ervaring in het filosoferen – hebben met de proefversies gewerkt. Ze waren er blij mee; niet alleen met de thema-uitwerkingen – daar hadden de leraren soms ook wel commentaar op – maar vooral omdat ze een programma in handen hadden, waarmee ze op een verantwoorde wijze konden filosoferen met kinderen. ‘Sinds we dit hebben, ben ik enthousiaster geworden. Dit geeft voor mij zoveel richting. (…) het werkt gewoon. Hierdoor ben ik meer gaan filosoferen’. ‘Het programma is niet alleen uitdagend, maar zorgt er vooral ook voor dat het gesprek niet aan de oppervlakte blijft, dat je de diepte in moet’.
Wat is filosoferen met kinderen?
Die vraag is al een filosofische. Dat komt omdat wij daar allemaal verschillende antwoorden op hebben. Zelfs filosofen denken daar verschillend over. Stel je voor: nu al een paar maanden filosoferen de kinderen in jouw groep regelmatig met elkaar (of al een paar jaar, of al hun hele schooltijd), en iemand vraagt: wat is dat filosoferen? De kinderen hebben allemaal aan dezelfde gesprekken deelgenomen, je zult het horen: veel verschillende antwoorden. Probeer maar. De een zal het vooral hebben over nadenken en peinzen, en taalvaardig als zij is zegt ze misschien wel: het is proberen je gedachten onder woorden te brengen. Een ander kind heeft het over je eigen mening zeggen, dat je daar vrij in bent, daar houdt hij van, en dat er geen goede en foute antwoorden zijn. Nog een ander benadrukt het met elkaar praten, naar elkaar luisteren, het samen iets uitzoeken. Met elkaar kunnen die kinderen een gesprek hebben over de vraag wat filosoferen is, waarin ze elkaar uitleggen wat dat voor hen betekent en waarom. Met elkaar proberen ze iets meer te begrijpen van dat fenomeen, dat ze allemaal kennen.
Het eerste waarin filosofische gesprekken zich onderscheiden van andere gesprekken zijn de vragen die aan de orde zijn; filosofische vragen zijn van een andere orde. De filosofie noemt ze hogere orde vragen.
Een tweede kenmerk van filosofische gesprekken is dat ze plaatsvinden in dialoog. Een dialoog over een hogere orde vraag wordt pas filosofisch als we daarin ook verdieping kunnen bereiken. Filosofische verdieping heeft vele gezichten. We noemen er hier twee: redeneren en begripsvorming.
Filosofische vragen, dialoog, redeneren, samen maken ze een filosofisch gesprek. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Het ontwikkelen van filosofische gesprekken in een groep kost even. Filosoferen doe je zo is een leidraad door de jaren heen. In groep 1 en 2 staat het vragen stellen centraal: wat is een vraag? Wat is een antwoord? Over welke vragen is het boeiend om samen nadenken? Dat deel heet: een kind kan meer vragen dan … In groep 3 en 4, Alle stemmen tellen, willen we vooral de dialoog bevorderen: wie wil daar op reageren? Wie heeft een vraag aan een ander kind? We laten zien: ieders inbreng is van waarde. In groep 5 en 6, redeneren doen de kinderen dan natuurlijk al lang, maar het onderzoeken daarvan, van verschillende redeneerstrategieën, dat krijgt nadrukkelijk zijn plaats in Daarom is geen reden. En in groep 7 en 8 brengen we het bij elkaar in de Hoofdzaak. Daarin onderzoeken we ook enkele in de democratie belangrijke thema’s.
Inclusief een dvd met werkbladen, muziek en animatiefilms