Jas, Martijn | Paperback / softback | 29-12-2022 | 9789077325261
Tobias Buut is een laatbloeier, de eeuwige vrijgezel. Bredase gezelligheid, melige grappen met zijn voetbalvrienden, maar aan het echte leven komt hij niet toe. Aan moederliefde heeft hij meer dan genoeg. En in de kast is het wel zo veilig.
Eenmaal beland op de School voor Journalistiek begint vriend Hidde lastige vragen te stellen. Pas tegen zijn dertigste komt Tobias eindelijk uit de kast, allerminst tot zijn genoegen. Hij voelt zich niet thuis in de homoscene met zijn Gay Parades en darkrooms.
Mooie vrienden is het tragikomische relaas van een zoektocht die nauwelijks verlossing biedt. Maar waarom zou je daar eigenlijk op uit zijn?
Martijn Jas (1966) is journalist en uitgever. Hij studeerde halverwege de jaren negentig af op de School voor Journalistiek in Utrecht. Jas schreef acht interviewboeken, waarvan ‘Breda bevalt!’ in 2001 als eerste verscheen. In zijn Bevalt!-reeks vertellen meer dan tweehonderd prominente Nederlanders over de onlosmakelijke band met hun geboorteplaats. Als tv-redacteur werkte Martijn Jas onder meer voor Laat de Leeuw, Man bijt hond, Pauw en Op1. ‘Mooie vrienden’ is zijn eerste roman.
Arthur Japin: ‘In dit boek maakt Martijn Jas het pijnlijke draaglijk met humor en hij geeft het luchtige met zijn woorden gewicht. Zo wordt een eenzame zoektocht invoelbaar.’
Gay Krant: ‘Messcherp geschreven roman met tragikomische toon, invoelbare ik-persoon, krachtig debuut.’
Paul Haenen: ‘Een heel mooi boek. Martijn Jas schrijft fantastische dialogen. Je zou van ‘Mooie vrienden’ zo een film kunnen maken.’
Mensje van Keulen: ‘Strijd, onzekerheid, zoektocht, wanhoop, humor. Dit zijn enkele steekwoorden voor dit boek. De achteloze opmerking van een schoolarts zorgt voor een boze rode lijn, die geestig wordt afgerond. Ook de ‘mooie vrienden’ kunnen een flinke knauw geven, maar de draai die de hoofdpersoon eraan geeft, maakt de ernst lichter.’
Herman Brusselmans: ‘Mooie vrienden is het waard om er eventueel voor uit, om het even welke, kast te komen.’