Serie: Memoires Willem Oltmans
Oltmans, Willem | Paperback / softback | 04-10-2017 | 9789067283335
21 september 1988
Londen
Ik sprak twee uur met Hein de Villefort du Toit tijdens een gezamenlijk ontbijt in het Hilton.
Hij waarschuwde dat Roy Sherwood op de ambassade in Den Haag nu ook een zwart kruis achter mijn naam had gezet. “Jij bent een probleem. Je gaat je eigen weg. In Den Haag sta je als controversieel bekend dus om die reden ben je ook slecht voor Zuid-Afrika. Onze bureaucratie wil geen problemen en bepaalt zich het liefst tot het uitvoeren van strikt afgebakende taken. Ze hebben dus ook geen hart voor de zaak.”
“Dat doet me sterk aan de bureaucratie in de Sovjet Unie denken,” antwoordde ik.
“Het is in Zuid-Afrika nog erger. In Moskou is tenminste discussie. Die is er bij ons verder niet. Onze bureaucratie zit potdicht en is als een dictatuur. Ons parlement zou het hele jaar in Pretoria moeten blijven. Er zou werkelijk democratische controle moeten komen. Nu strijden ze allemaal tegen elkaar in. Het gaat ook niet goed op die manier met president Botha. Hij is totaal afgeschermd. Bovendien is hij geen creatieve denker. Hij leunt helemaal op adviseurs. Maar die durven niet echt vrijuit met hem te spreken. Zelfs Gerrit Viljoen is timide wanneer hij tegenover president Botha staat. Na een gesprek dat ik met hem had, zei hij uitdrukkelijk ‘ons contact blijft open’. Hij benadrukte: ‘Schrijf mij, zet er persoonlijk op’. Dat heb ik ook gedaan, maar hij zou mijn brieven nooit krijgen.”
Het oude liedje dus, dat zich overal ter wereld rond leiders afspeelt. Het wordt alleen te weinig beseft dat dit gebeurt.