het beest in Aristoteles
Serie: Correspondenties
Aristoteles | Paperback / softback | 28-03-2007 | 9789065540201
‘De tweeënhalf pond zenuwweefsel tussen onze oren gedraagt zich als een doorgewinterde aristoteliaan’, schrijft Douwe Draaisma in zijn bijdrage aan Bloed vlees en botten. Volgens Aristoteles zien wij, redelijke dieren, nooit alleen maar losse onderdelen. We nemen een onderdeel altijd waar in een samenhangend geheel. Maar oog voor het geheel gaat bij Aristoteles gelukkig niet ten koste van de afzonderlijke delen. In zijn alles omvattende onderzoek naar de oorzaken in de natuur komen alle onderdelen wel een keer voorbij: afgehakte hoofden, kwallen, olifantenslurven, mensenlongen, spieren, bloed, vlees en botten. Het kan een bloederige boel zijn in de wetenschappelijke en filosofische werken van Aristoteles. Waarom we er onze neus niet voor moeten optrekken legt hij uit in ‘Het belang van de biologie’, een centrale passage uit zijn werk Over dieren. Het is een ingenieuze lofrede op het onderzoek naar de schoonheid van de natuur.
Dit pleidooi wordt ingeleid door Keimpe Algra en is in zijn geheel in deze bundel opgenomen, enkele passages eruit zijn als afzonderlijke delen voorgelegd aan een gezelschap ter zake kundige en erudiete essayisten: Hugo Brandt Corstius, Midas Dekkers, Douwe Draaisma, Tijs Goldschmidt, Vincent Icke en Arjen Mulder; tezamen hebben ze er weer een eigen geheel van gemaakt. En zie: het blijkt dat Aristoteles nog altijd in onze hoofden zit.
Met bijdragen van: Aristoteles (Het belang van de biologie), Keimpe Algra (Een intellectuele passie: Aristoteles en de dieren), Hugo Brandt Corstius (Eeuwige beesten), Midas Dekkers (De harmonie der kleine zielen), Douwe Draaisma (De wever bovenin), Tijs Goldschmidt (De neushand), Vincent Icke (Voorstellen) en Arjen Mulder (De afbeelding van de natuur).
Dit is het eerste deel in de serie Correspondenties.