kroniek van een hachelijke vredesmissie
Zonne, Joep | Hardback | 10-11-2021 | 9789076905327 |
Levertijd 5 dagen
In oktober 1913 kregen kolonel De Veer en majoor Thomson van de Nederlandse regering de opdracht te onderzoeken of er in Albanië een Gendarmerie kon worden opgezet. Albanië was net onafhankelijk geworden na vijf eeuwen onderdeel uit te hebben gemaakt van het Ottomaanse rijk. De zes grote mogendheden (Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Rusland en Italië) hadden ingestemd met de onafhankelijkheid van Albanië, maar dan wel onder leiding van een externe vorst (de Duitse prins zu Wied). Aan het neutrale Nederland het verzoek in dit turbulente land een stabiele militaire politiemacht op te zetten.
November 1913 vertrokken De Veer en Thomson naar Albanië voor een korte verkenningsmissie. Zij adviseerden positief en al in februari 1914 voegden zich veertien Nederlandse militairen bij hen om de Gendarmerie daadwerkelijk te gaan opzetten. Enkelen hadden ruime ervaring opgedaan in Nederlands-Indië, dat moest voldoende zijn. Tijd om zich te verdiepen in de complexe geschiedenis van het land en zijn bevolkingsgroepen was er niet. Heel bijzonder: alle officieren verlieten de Nederlandse krijgsmacht en traden tijdelijk in dienst van de Internationale Controle Commissie (ICC).
Het zou de eerste Nederlandse militaire vredesmissie worden, die slechts een half jaar zou duren en in zware mineur zou eindigen. Het doel, het opzetten van een gendarmerie, ontaarde in de praktijk al snel in vechten met slecht getrainde gendarmes en vrijwilligers tegen grote groepen lokale rebellen en goedgetrainde Griekse strijders. Een ongelijke strijd. Op 15 juni 1914 sneuvelde Thomson in Durazzo (het huidige Dürres). Hij kreeg vervolgens in Nederland een heldenstatus.
Twee maanden later was de missie voorbij. Iedereen keerde weer terug naar Nederland, na de algemene mobilisatie oproep van de Nederlandse regering. De eigenlijke leider van de missie, De Veer, raakte ten onrechte snel in vergetelheid. Deze studie belicht zijn belangrijke rol in het conflict.
Deze zeer grondige chronologische weergave van de wederwaardigheden van de missie in de vorm van kronieken van alle deelnemers vertelt ons het ware verhaal. Een missie die slecht was voorbereid, bol stond van zelfoverschatting en daarom gedoemd was te mislukken. Een boeiend, maar vergeten deel vaderlandse geschiedenis op de roerige Balkan vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
J.G. Zonne wijdde meer dan tien jaar aan het uitzoeken en ordenen van alle bronnen van de missie: militaire berichten, privécorrespondentie, diplomatieke brieven en krantenberichten. Deze werkwijze resulteerde in deze kronieken in twee delen. Het eerste deel over de twee leiders van de missie en beider adjudanten. Het tweede deel over de overige deelnemers.
Nog nooit zijn zo exact en zo volledig de feiten over de Nederlandse missie van 1914 bijeengebracht. Voor het eerst zijn bronnen uit privécollecties, uit archieven en gepubliceerde bronnen gedetailleerd vergeleken. We komen hiermee dichter bij de boeiende historische werkelijkheid dan we ooit zijn geweest. Hun beslissingen, handelen en onderlinge verhoudingen tonen de dilemma’s en onzekerheden die zich ook in onze tijd op een buitenlandse missie kunnen voordoen.
Prof.dr. Wim Klinkert, militair historicus, in het voorwoord
Buitengewoon knap en langdurig zoek- en spitwerk. Dit is dus het echte verhaal van de mislukte vredesmissie in Albanie 1913/1914.
Henk Strabbing, oud-journalist van de Volkskrant, in het nawoord.
After years of painstaking research gathering material from families and archives, Zonne has put together a monumental chronicle of the Dutch Military Mission to Albania in 1913-1914. Much of what we have known about this Mission has been fragmentary and many given details have proven erroneous. With this edition we now have the full story.
Dr. Robert Elsie, Albanië-deskundige