Graaf, Coby de | Paperback / softback | 23-04-2019 | 9789044136654
Hoe denken we over kinderen en hun rechten? Het internationale verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) werd in 1989 door de Verenigde Naties aangenomen. Het spreken in termen van rechten van kinderen lijkt betrekkelijk nieuw, maar al eerder werd er over kinderen en hun rechten gedacht. Om die wortels en ontwikkeling bloot te leggen ontstond deze bijzondere bundel. Auteurs met zeer verschillende achtergronden namen de uitdaging aan. Zij leverden filosofische en levensbeschouwelijke bijdragen en verhalen in relatie tot rechten van kinderen.
Sleutelwoorden in deze zoektocht vormen de begrippen ouderlijke verantwoordelijkheid en autonomie van het kind. Beide begrippen zijn ijkpunten in het IVRK, maar komen ook als kernbegrippen voor in zowel de filosofische als de levensbeschouwelijke bijdragen. De filosofe Hannah Arendt is daar het meest uitgesproken in. Onder verwijzing naar haar werk wordt gesproken over ‘het immense belang van verantwoordelijkheid ten opzichte van kinderen’. Maar ook in de levensbeschouwelijke bijdragen is die verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de jonge mens, en menswording in het algemeen, een steeds terugkerend thema, zij het al naar gelang de levensbeschouwelijke richting in wisselende gradaties. Dat geldt ook voor de gemeenschappelijke ontwikkeling die zich aftekent: een verschuiving van rechten van ouders naar die van het kind en wel in het bijzonder naar zijn recht op autonomie. Veelzeggend in dit verband is dat in vele bijdragen het grote belang van onderwijs en educatie wordt onderstreept: ‘Immers het leerproces stelt een individu in staat om zich tot een zelfstandig denkende persoon te ontwikkelen’. Ook in de opgenomen literatuur en verhalen komt het belang van opvoeding en onderwijs naar voren. Juist deze verhalen hebben de zeggingskracht om ‘een schok van inzicht te geven’ in de betekenis van kinderrechten.
“Het Kinderrechtenverdrag bestaat 30 jaar. Dat is een uitstekende gelegenheid tot reflectie over de rol en de betekenis van kinderrechten in actuele maatschappelijke kwesties zoals levensbeschouwing, zingeving en identiteit. Dit boek nodigt ons daartoe uit. Het biedt kennis, inzichten en perspectieven die niet alleen relevant, maar ook noodzakelijk zijn om de komende jaren kinderrechten tot blijvende bron en ijkpunt van zowel beleid als praktijk te maken.” Bruno Vanobbergen, Vlaamse kinderrechtencommissaris