Rolleston, T. W. | Paperback / softback | 21-01-2015 | 9789491872853
Inleiding
Het verleden kan worden vergeten, het sterft nimmer. De elementen, die in de vroegste tijden bij de vorming van een natie in het spel kwamen, blijven bestaan en dragen er toe bij haar geschiedenis te maken en de stempel te drukken op het karakter en de geest van het volk.
Daarom moet het nasporen van die elementen en het bepalen, voor zover mogelijk, van het deel dat zij hebben gehad aan schering en inslag van het leven van een volk, van niet gering belang zijn voor hen die inzien, dat uit het verleden het heden en uit het heden de toekomst wordt geboren; die zichzelf, hun aanverwanten en hun medeburgers niet willen beschouwen alleen als voorbijgaande schimmen, zich van de ene duisternis in de andere spoedend, maar die weten dat door hen een brede historische stroom gaat, van een verwijderde en geheimzinnige oorsprong naar een toekomst, die in hoge mate wordt bepaald door al de vroegere omzwervingen van die mensenstroom, maar ook, in niet geringe graad door hetgeen zij, dank zij hun moed, hun vaderlandsliefde, hun kennis en hun verstand, er van verkozen te maken.
De rol door het Keltische ras gespeeld als vormende kracht in de geschiedenis, de literatuur en de kunst van het volk dat de Britse Eilanden bewoont – een volk dat van dat middelpunt uit zijn heerschappij heeft uitgebreid over zo een uitgestrekt gebied van de oppervlakte der aarde – is in de volksgedachte onbehoorlijk verkleind geworden. Voor een groot deel heeft hieraan schuld de algemeen gangbare benaming “Angelsaksisch” voor het Britse volk, als ras-aanwijzing. Uit een historisch oogpunt is die benaming ten enenmale verkeerd. Niets wettigt deze onderscheiding van twee Nederduitse stammen, wanneer wij het ras-karakter van het Britse volk willen aangeven. Het gebruik van die benaming leidt tot ongerijmdheden als die welke de schrijver niet lang geleden opmerkte, toen de voorgenomen ver-heffing van een Ierse bisschop tot kardinaal, door de Paus, in een Engels blad werd voorgesteld als te zijn ingegeven door de wens van het hoofd der Katholieke kerk om een vriendelijkheid te bewijzen aan “het Angelsaksische ras.”
De juiste benaming voor de bevolking van deze eilanden en voor het typische en overheersende deel van de bevolking van Noord-Amerika, is niet Angelsaksisch maar Angel-Keltisch. Het is juist door deze vermenging van Germaanse en Keltische elementen dat het Britse volk uniek is – het is juist die vermenging die aan dat volk het vuur, de elan, en in literatuur en kunst het gevoel voor stijl, kleur en handeling geeft – niet in het algemeen producten van de Germaanse bodem – en tegelijkertijd de vastberadenheid en diepte, de eerbied voor oude wetten en gebruiken en de passie voor persoonlijke vrijheid, die min of meer vreemd zijn aan de romantische volken van Zuid-Europa. Mogen zij aan de Britse Eilanden nimmer vreemd worden! Ook moet het Keltisch element in die eilanden niet worden geacht als geheel of zelfs zeer overwegend te zijn geleverd door de bevolkingen van de zogenaamde “Keltische Rand.” Het is thans aan de etnologen wel bekend dat de Saksers volstrekt niet de Keltische of met Kelten vermengde bevolkingen uitroeiden die zij in het bezit vonden van Groot-Brittannië. De heer E.W.B. Nicholson, bibliothecaris van de Bodley-bibliotheek schrijft in zijn belangrijk werk “Keltische Nasporingen” (1904):
Namen niet opzettelijk bedacht om rassen aan te duiden moeten nooit worden beschouwd als bewijzen voor ras, maar alleen als bewijzen voor het gemeenschappelijke van taal, of staatkundige organisatie. Wij noemen een man die Engels spreekt, in Engeland woont en een klaarblijkelijk Engelse naam draagt (bijv. Freeman of Newton) een Engelsman. Toch geven statistieken van betrekkelijke nigrescentie goede gronden om aan te nemen dat Lancashire, West-Yorkshire, Staffordshire, Worcestershire, Warwickshire, Leicestershire, Rutland, Cambridgeshire, Wiltshire, Somerset en een deel van Sussex even Keltisch zijn als Perthshire en Noord-Munster; dat Cheshire, Shropshire, Herefordshire, Monmouthshire, Gloucestershire, Devon, Dorset, Northamptonshire, Huntingdonshire en Bedfordshire meer Keltisch zijn – en even Keltisch als Noord-Wales en Leinster; terwijl Buckinghamshire en Hertfordshire zelfs nog meer Keltisch zijn en gelijk staan met Zuid-Wales en Ulster.”
Het is dus voor een Angel-Keltisch, niet een Angelsaksisch volk dat dit overzicht van de oude geschiedenis, de godsdienst en de mythische en romantische literatuur van het Keltisch ras is geschreven. Het is te hopen dat dat volk daarin dingen zal vinden, waardig in herinnering te blijven als bijdragen tot de algemene schat der Europese cultuur, maar vooral waardig in de herinnering te blijven van hen, die meer dan enig ander levend volk hebben geërfd van het bloed, de neigingen en de aanleg der Kelten.