de Amerikaanse jaren
Os, Pieter van | Paperback / softback | 01-07-2014 | 9789049970383
Zou hij het nog kunnen? Heel Nederland vroeg het zich af op 6 december 1981, de dag dat Johan Cruijff zijn rentree maakte in de vaderlandse voetbalcompetitie. Het antwoord gaf hij in de twintigste minuut, met een prachtige lob over keeper Edward Metgod. Er was opwinding op de tribunes, opluchting onder de Nederlandse voetballiefhebbers, maar vooral verbazing onder de journalisten.
De meesten hadden hem al afgeschreven. Achteraf gezien was dat vreemd, net als de vraag of hij het nog zou kunnen. Want nog geen vier maanden eerder had Cruijff, half geblesseerd, een weergaloze goal gescoord tegen de Toronto Blizzards, aanzienlijk mooier dan die tegen Haarlem. De afstand tot de goal was 35 meter, het stadion stond in Washington, zijn teamgenoten heetten Diplomats en de competitie de North American Soccer League. Het was Cruijffs laatste zomer in Amerika.
Uit uren wedstrijdbeeld en tientallen gesprekken met oudteamgenoten, clubbestuurders, fans en een enkele pizzeria-eigenaar, blijkt dat Cruijff niet zozeer zijn zakken vulde in Amerika – het verhaal van de Nederlandse pers – maar er zijn plezier terugkreeg in het voetballen, een sport die in Amerika vooral betekenis heeft voor hippies, kakkers, softies en immigranten. Dit boek vult een voorheen ongeschreven bladzijde uit Cruijffs biografie. Een verhaal over nieuwe vrienden en vijanden, hevige conflicten en prachtige acties.
Pieter van Os is redacteur van het weekblad De Groene Amsterdammer. Toen hij de afgelopen twee jaar als correspondent was gevestigd in Washington DC hoorde hij tussen al het politieke kabaal fluisterstemmen over die ene legendarische speler die ooit, heel even, het voetbal uit de maatschappelijke marge haalde.
Op 45 meter van de goal kreeg Cruijff de bal van de Canadese verdediger Ivan Belfiore. Hij stond met zijn rug naar het vijandelijke doel en had drie verdedigers om zich heen, want ook hier wisten ze om welke speler het ging. Met een draai en een korte versnelling schudde hij ze af, geen schijnbeweging, al leen maar een versnelling. Nog geen tien meter verder, hij stond nu op 37 meter van het doel, vernederde hij Blagoje Tamindszic, de Bosnische keeper van de Blizzards, met een prachtige, tragisch langzame lob.
‘Direct nadat ik me had omgedraaid, zag ik dat het kon,’ zei Cruijff na de wedstrijd tegen een verslaggever van de Washington Post. ‘Ik wist waar de keeper was, maar zijn fout is het niet. Hoe vaak gebeurt dit nou? Ik wist dat ik hem gewoon moest lobben en de wind de rest van het werk moest laten doen.’