Paperback / softback | 18-11-2021 | 9789013165777
In de fiscale praktijk loop je regelmatig tegen vraagstukken aan met betrekking tot het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Deze titel levert een totaaloverzicht met betrekking tot dit onderwerp. Het is het heel bruikbaar voor de praktijk, bijvoorbeeld in de vorm van een duidelijk stappenplan voor kwesties die zich in de beroepspraktijk voordoen. Wat houdt het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel in de praktijk in? In hoeverre voldoet het Nederlandse (fiscale) bestuursrecht aan de uitgangspunten en criteria die het kenbaarmakingsbeginsel stelt? En op welke wijze kan het Nederlandse (fiscale) bestuursrecht worden ingericht zodat het in lijn is met deze uitgangspunten en criteria? Wanneer je werkzaam bent in de fiscale praktijk, dan stuit je regelmatig op dergelijke vraagstukken met betrekking tot het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. De fiscale monografie Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel biedt inzicht in het gelijknamige rechtsprincipe. De titel onderzoekt het recht een standpunt naar behoren en effectief kenbaar te mogen maken over de elementen waarop een bestuursorgaan een besluit wil baseren voordat het bestuursorgaan een bezwarend besluit neemt. Dit recht wordt afgekort als het kenbaarmakingsbeginsel. De titel levert een totaaloverzicht van deze materie, inclusief duidelijke stappenplannen die je helpen om binnen tal van vraagstukken tot een oplossing te komen. De auteur is erin geslaagd een fijne balans te vinden tussen een theoretisch naslagwerk enerzijds en een praktische handleiding anderzijds. Hiermee spreekt de titel een breed lezerspubliek aan, dat reikt van de academische hoek tot medewerkers van fiscale kantoren en de belastingdienst. De inhoud is gefundeerd op uitgebreid jurisprudentie- en literatuuronderzoek, waarbij de theoretische modellen de lezer meer inzicht verschaffen in het kenbaarmakingsbeginsel. De beroepspraktijk is gediend met de overzichtelijke schema#s en afbeeldingen, evenals een duidelijk en helder stappenplan ten aanzien van het kenbaarmakingsbeginsel. De auteur komt tot dat conclusie dat er discrepanties bestaan tussen het Nederlandse (fiscale) bestuursrecht en de uitgangspunten en criteria van het kenbaarmakingsbeginsel. Op basis hiervan worden aanbevelingen voor de toekomst geleverd, waaronder de codificatie van het kenbaarmakingsbeginsel.