persoonlijke herinneringen
Van de Pol, Herman H. J. | Paperback / softback | 13-08-2020 | 9789464062076 |
Levertijd 5 dagen
Herman (H.H.J.) van de Pol (1894-1971) was, met onderbreking tijdens de oorlogsjaren, van 1935 tot 1960 president-directeur van het ANP. Het persbureau dat hij in politiek roerige jaren met de dagblad-directeuren opstartte. Directie en personeel van de toenmalig particuliere persbureaus werden in passende functies overgenomen en op 1 juni 1935 was het ANP een feit. De nieuwste apparatuur stond ieder ter beschikking en niets leek het persbureau in de weg te staan om uit te groeien tot een modern agentschap met internationaal aanzien. Tot op 20 mei 1940 de Duitsers het bureau overnamen met als eerste wapenfeit het bevel de 23 joodse medewerkers te ontslaan.
‘Moet ik mij voor mijn vader schamen?’ Met die vraag denkt Frank van de Pol (1950) terug aan zijn vader Herman van de Pol, oprichter van het ANP. Een beeld dat hem bijbleef door de boeken van prof. dr. Loe de Jong over het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Aan Herman van de Pol werden tal van kwade bedoelingen toegeschreven waardoor zijn vader in de eerste oorlogsjaren leek te collaboreren met de bezetter. Een oudere halfzus van Frank voegt daar nog eens aan toe dat Van de Pol geen held was.
Hoe anders is het beeld wanneer Frank 75 jaar na de bevrijding het manuscript met herinneringen van zijn vader afstoft. Tot zijn grote verrassing saboteerde Herman van de Pol al in 1940 de Duitse propaganda en bereidde hij de verhuizing van het ANP naar Den Haag voor met een dubbel plan. In het geheim werkt Van de Pol aan een schaduw-ANP en voedt, op steenworp afstand van het Duitse ANP, het propagandavrije nieuws in Londen. Wanneer de oorlogsrook is opgetrokken moet hij zich verdedigen tegenover kwaadsprekende journalisten uit het verzet en de Commissie voor Perszuivering. De Jong ziet in Van de Pol’s lezing geen aanleiding om met hem in gesprek te gaan of zijn verhaal te herzien. Een kwelling.
Frank van de Pol verwerkte zijn vaders latere aantekeningen in het manuscript en suggesties van tegenlezers in voetnoten.
HET ANP IN OORLOGSTIJD geeft inzicht in de ethische en menselijke dilemma’s van een gepassioneerd journalist. Een vaderlandlievend man die het tot zijn levenswerk heeft gemaakt om een nationaal persagentschap op te zetten ‘van geestelijke eenheid waar ons volk trots op kan zijn.’