Praag-van Asperen, H. M. van | Hardback | 09-04-2003 | 9789058980021
Je hebt een vak geleerd (psychotherapie, personeelswerk, maatschappelijk werk, management consultancy) en je gaat professioneel met je cliënten om. Wat moet je dan met supervisie? Komt dan een collega met hetzelfde vak aan jou uitleggen wat je jegens je cliënten allemaal fout doet? Nee. Maar iedere vakman/-vrouw met cliënten ziet zichzelf geconfronteerd met mysteries, onzekerheden en twijfels. Een goede supervisor gaat niet ongeduldig zoeken naar antwoorden en oplossingen maar gaat in een constructief collegiaal debat, dat vooral productief en inspirerend kan zijn doordat de antwoorden juist ‘terloops’ en ‘toevallig’ worden gevonden door de gesprekspartners samen. Zeker is dat in een goede supervisie veel ‘kennis’ als ballast wordt ontdekt, veel ‘ervaring’ als risico tot vooroordelen wordt ontmaskerd, veel ‘objectiviteit’ als afstandelijkheid wordt herkend. Twee zien meer dan éen. En dat is belangrijk want cliënten zijn belangrijk.
De indruk van terloopsheid in de interventies van de supervisor moet overigens niet leiden tot de veronderstelling dat supervisie een koud kunstje is. Het is gedeeltelijk een kunst, gedeeltelijk een (geenszins gemakkelijke) vaardigheid. Dit boek is praktijktheoretisch van opzet. In de visie van de auteurs is supervisie een proces dat gericht is op het verhelderen en optimaliseren van de werkelijkheidsconceptie van de supervisant, waarbij de supervisor de supervisant als mede-onderzoeker ter zijde staat.
Het boek is niet alleen geschikt voor beroepsbeoefenaars maar juist ook voor mensen die nog een beroepsopleiding volgen.
Het boek behandelt naast supervisie ook de (verwante) intervisie.