Mous, Mirjam | Paperback / softback | 03-03-2010
Niet opendoen, niet opendoen, smeek ik. De deur blijft dicht. Papa begint er met de fietspomp tegenaan te bonken. Het is alsof hij het startsein geeft. Meteen vliegen de stenen ons om de oren en overal klinkt glasgerinkel. Connie en Kevin trappen de deur van de hooischuur in en komen naar buiten met hun armen vol flessen. Die zijn nog over van het feest. O, hadden we ze maar mee naar huis genomen. Kevin smijt er een op het dak en Connie gooit het bovenlicht aan gruzelementen. Nu pas zie ik de moeder van Frederiek. Ze staat met een tak in haar hand te schreeuwen. Weg met Luif! De anderen nemen de kreet over. Frederiek en ik houden onze handen voor onze oren. Hou op, denk ik, hou op!
Stine sluit vriendschap met Luif, de kippenboer die nog niet zo lang in het dorp woont. Luif heeft een telescoop om sterren mee te kijken en zijn tuin staat vol zelfgemaakte mooie objecten. Stines vader helpt Luif af en toe met het kippen vangen. Zo leert Stine ook Dieter kennen. Tussen hen klikt het meteen. Stine raakt steeds meer in Luif geïnteresseerd. Luif is anders en juist dat spreekt Stine wel aan. Ze kan met hem over alles praten; over de zwangerschap van haar moeder, over Dieter en over thuis.
Maar als de roddels in het dorp op gang komen, wordt de situatie onhoudbaar…