Over de politiek en het politieke
Loose, Donald | Paperback / softback | 15-10-2021 | 9789024439836
De democratie staat onder druk. Burgers koesteren wantrouwen jegens de politiek en jegens elkaar. Globalisering en neoliberalisme hebben geleid tot populistisch verzet en nieuw nationalisme. Om de oorzaken van het huidige maatschappelijke wantrouwen te doorgronden, moeten we onze eigen tijd ontstijgen en lessen trekken uit de rijke traditie van het democratisch project ? van Machiavelli en Rousseau tot Tocqueville en Gauchet.
In Democratie op wankele bodem bespreekt Donald Loose het ideologische fundament van de westerse democratie. In de rechtsstatelijke traditie, de representatieve democratie en het sociaalliberalisme signaleert hij een continue spanning tussen vrijheid en gelijkheid en tussen politieke macht en oppositie. Politiek is altijd een voorlopige en onvolledige representatie van de samenleving geweest. De gelijkstelling van de politiek met de burgerlijke maatschappij is een illusie. De symbolische dimensie van het politieke vereist niet alleen een kritische waakzaamheid van de democratische instellingen, maar ook een zelfkritisch burgerschap dat de imaginaire identiteiten overstijgt.
Donald Loose is emeritus bijzonder hoogleraar wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Tilburg University. Hij publiceerde over onder meer de praktische filosofie van Kant en de Franse politieke filosofie van de twintigste eeuw. Zijn recentste boek, Over vriendschap (2019), werd bekroond met de prestigieuze Socratesbeker.
‘Het is in de huidige tijd hoognodig de basisbeginselen van de rechtsstaat te memoreren en de democratie in bescherming te nemen tegen de destructieve mechanismen die ze tegenwoordig zelf genereert. Pleidooien voor een slagvaardige ‘illiberale democratie’ door populistische leiders gaan gelijk op met de almacht van de vrije markt en de revanche van de verliezers van de mondialisering. De geschiedenis van de opbouw en de actuele dreigende afbraak van de westerse democratische regimes is een zaak die iedere staatsburger aangaat. Alle veroveringen van de westerse rechtsstaat zijn het gevolg van de strijd en het verzet van de kritische geest van minderheden tegen willekeur en machtsmisbruik. Ze zijn bevochten op een common sense die na langdurige kritiek uiteindelijk als onaanvaardbaar werd gebrandmerkt, maar zich in de samenleving wist te vestigen als vanzelfsprekend. Dat betekent geenszins dat die veroveringen definitief zijn en dat de formele spelregels volstaan om de democratie overeind te houden zonder de argwaan en de weerbaarheid van de burgers. Podemos, Syriza, les gilets jaunes of Occupy zouden er wellicht net zo goed een puinhoop van maken als ze het exclusief voor het zeggen hadden. Maar ze zijn belangrijke oppositionele krachten tegen een sluipend despotisme van de liberale markt, die de samenleving niet langer in politieke termen interpreteert.’