Een r.-k. landarbeidersfamilie op Flakkee en in Rotterdam, 1851-1959
Heijnsbroek, Margot | Paperback / softback | 17-10-2023 | 9789464550702
‘Afstammelingen van eilandbewoners zijn we’. Deze zinsnede in een oude brief van haar tante Tonia roept bij de auteur de vraag op of het moeilijke karakter van haar moeder Anny met hun Flakkeese roots te maken heeft. Na vijf jaar speuren in archieven volgens de vrouwelijke afstammingslijn, komt zij tot een mogelijk antwoord. Elk hoofdstuk ontrafelt met veel feiten een stukje van het verleden, waarna meestal een fictief deel volgt over hoe het kan zijn gegaan. Hoofdpersonen zijn haar overgrootmoeder Teuntje en grootmoeder Toos. Het verhaal begint met Teuntjes geboorte in 1851 en eindigt in 1959 als Toos overlijdt. Teuntje en haar familie ? arme landarbeiders ? wonen in Achthuizen, het enige katholieke dorp op het protestantse Goeree-Overflakkee. Eenmaal getrouwd met de boerenknecht Karel verhuist ze met hem zoekend naar werk van de ene naar de andere boer. Tot hij in 1894 in Achthuizen aan de slag kan, waar dan naast de kerk een nonnenschool voor hun kinderen staat. In 1903 verschuift het toneel naar Rotterdam, waar Teuntje en Karel zoals tienduizenden anderen van de Zuid-Hollandse eilanden op een beter bestaan hopen. Vijf van hun kinderen gaan mee, maar de oudste ? Geert ? blijft achter. In de verzuilde havenstad vinden ze een katholieke bubbel, die nog meer dan voorheen hun leven bepaalt. Karel boert er goed in zijn waterstokerij, met dochter Toos in de winkel. En ook de andere kinderen doen het niet slecht. Maar in 1927 slaat het noodlot toe bij Toos en haar strenggelovige man Pieter. Wat hun gehele gezin dupeert, maar vooral dochter Anny ?