Geurden, Bart | Paperback / softback | 05-10-2016 | 9789044127980
Verpleegkunde presenteert zich maatschappelijk als een doe-vak. De verpleegkundige opdracht is niettemin complex en het succes van het verpleegkundig handelen is niet vanzelfsprekend. Kiezen wat “te doen” is best moeilijk en wordt in toenemende mate gebaseerd op evidentie die blijkt uit verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek.
Verpleegkunde is een beroep dat volop in beweging is. Enerzijds handelt de verpleegkundige autonoom en is er binnen de beroepsgroep de drang naar verdere profilering. Anderzijds blijft er de verbondenheid met andere beroepen binnen de gezondheidszorg, zoals artsen en andere hulpverleners. De grens is niet zo duidelijk. Dit boek sluit aan bij het professionaliseringsproces van het verpleegkundig beroep, waarbij de patiënt de centrale figuur is. Voortdurend dringt zich de vraag op: wat is verpleegkunde, wat is het niet, en: wat is dan de specifieke focus van verpleegkunde?
Dit boek is een leidraad bij de beantwoording van deze vragen. Hierbij worden concepten, methoden en modellen uit de verplegingswetenschap gebruikt. Het doel is theoretische begrippen te vertalen naar de dagelijkse praktijkvoering van de verpleegkunde.
Deze vernieuwde uitgave besteedt aandacht aan de concepten “klinische paden”, evidence- based nursing en “best practice” en aan concepten uit de zorglogistiek, zoals “lean thinking” en “Six Sigma”.
Ze is bedoeld voor de opleiding tot bachelor in de verpleegkunde en vormt meteen ook een goede voorbereiding op de opleiding tot academische master in de verpleegkunde en de vroedkunde. Ze is tevens een naslagwerk zowel voor verpleegkundigen in postgraduaat en BanaBa-opleidingen als voor gezondheidswerkers met belangstelling voor verpleegkundige wetenschappen. De verpleegkundige-in-dienst vindt hier een actuele visie op het werk.
Over de auteur(s)
Bart Geurden, verpleegkundige en master gezondheidswetenschappen, doceert aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen en aan de Universiteit Antwerpen, respectievelijk in de opleidingen tot bachelor en master in de Verpleegkunde en Vroedkunde.
Verder is hij staflid bij CEBAM: Belgian Centre for Evidence Based Medicine (Belgian Branche of the Cochrane Collaboration) en directeur van BICEP: Belgian Interuniversity Collaboration for Evidence-based Practice (A Joanna Briggs Collaborating Center). Hij is ook verpleegkundig wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, met als focus “malnutritie”.
Wijlen Lieve Van Hemel was werkzaam als lector verpleegkunde en pedagogisch coordinator aan het Sint-Vincentiusinstituut voor Verpleegkunde in Antwerpen. Na de fusie van hogescholen was zij hoofd Opleiding Verpleegkunde van respectievelijk de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen en de Katholieke Hogeschool in Mechelen. Zij was geruime tijd lid van de Wetenschappelijke Vereniging Voor Verpleegkundigen en Vroedvrouwen.