Stahlecker, Adrian | Paperback / softback | 26-09-2015 | 9789461537706
In 1700 stierf Carlos II, laatste Spaanse koning van de Habsburg dynastie. Hij had geen nazaten en wees in zijn testament Felipe van Anjou, kleinzoon van Lodewijk XIV, als zijn opvolger aan. Na de successieoorlog en de Vrede van Utrecht werd Felipe V de eerste koning van het Spaanse huis Bourbon. Hij bracht de Salische wet mee die vrouwen uitsloot van troonopvolging. Koning Fernando VII schafte voor zijn dood in 1833 de wet af waarna hij werd opgevolgd door dochter Isabella.
Fernando’s broer Carlos eiste vanwege zijn ‘Goddelijk recht’ de troon op waarna er een burgeroorlog uitbrak die hij uiteindelijk verloor. Ook zijn nazaten Carlos VI en VII lukte het niet het koningschap te veroveren. Nadat de Spanjaarden zich bij de verkiezingen van 1931 uitspraken voor een republiek verliet koning Alfonso XIII met zijn familie het land. In 1936 begon de burgeroorlog en dat jaar stierf in Wenen Alfonso-Carlos de laatste Carlistenkoning in ballingschap. Hij wees in zijn testament neef Xavier de Bourbon-Parma aan als regent. De Carlisten zouden gedurende de Burgeroorlog aan de zijde van generaal Franco strijden. In 1947 kozen de Spanjaarden in een referendum voor de monarchie. Franco bleef staatshoofd en had het recht een opvolger aan te wijzen. Xavier liet zijn kinderen Spaans leren en werd één van de pretendenten voor het koningschap. Zijn oudste zoon Carlos Hugo werd de Carlisten kroonprins. Hij trouwde in 1964 met prinses Irene die katholiek was geworden. Die verbintenis zorgde in Nederland voor veel deining. In 1968 wees Franco Carlos Hugo uit en benoemde in 1969 Juan Carlos, kleinzoon van ex-koning Alfonso XIII, tot opvolger. De dictator overleed in 1975 waarna Juan Carlos koning werd. Carlos Hugo kreeg pas in 1978 de Spaanse nationaliteit.
Er volgde een ruzie met zijn jongere broer Sixtus die de traditionele ultrarechte koers van de Carlistische partij wilde behouden. Bij een bijeenkomst op de Montejurra berg pleegde Sixtus volgelingen aanslagen op de aanhang van Carlos Hugo en Irene waarbij twee doden vielen. Carlos Hugo had een linkse Carlistische partij gevormd die echter bij de democratische verkiezingen geen zetels behaalde. In 1980 legde hij de leiding neer en trok zich terug uit de Spaanse politiek. Het huwelijk met Irene eindigde in 1981 in een scheiding. Carlos Hugo woonde voornamelijk in Amerika. Hij overleed in 2010 in Barcelona en werd in de basiliek Santa Maria della Steccata van Parma begraven. Hij deed nooit afstand van zijn vermeende recht op de troon waardoor zijn oudste zoon prins Carlos Xavier, prins van Piacenza en hertog van Parma door een deel van de Carlisten nog als hun koning gezien wordt. Na de abdicatie van Juan Carlos in 2014 claimde hij zijn recht op de Spaanse troon.