Profielen, ontwikkelingspaden en recidive van natuurlijke personen
Serie: Handhaving en gedrag
Geest, Victor van der | Paperback / softback | 21-12-2023 | 9789047301981 |
Levertijd 5 dagen
Milieucriminaliteit is een vorm van criminaliteit met verstrekkende gevolgen voor mens, natuur en maatschappij. In wetenschap en beleid is er vooral aandacht voor de betrokken bedrijven. Over de individuele daders van milieucriminaliteit is nog weinig bekend. De huidige studie is de eerste studie in Nederland, en wereldwijd, waarin een grote groep milieudaders systematisch in beeld wordt gebracht, met aandacht voor het soort milieudelicten, hun criminele ontwikkelingspaden over de levensloop, de mate van regelovertredend gedrag buiten het milieudomein, en de mate van recidive na strafrechtelijke vervolging.
Om zicht te krijgen op de achtergrond en het gedrag van deze milieudaders werd in deze studie het levensloopperspectief gehanteerd. De onderzoekspopulatie bestaat uit 1609 natuurlijke personen die in de periode 2012-2020 vervolgd zijn in relatief ernstige en/of omvangrijke milieuzaken van het Functioneel Parket. Er werd gebruikgemaakt van longitudinale data met betrekking tot het criminele en regelovertredende gedrag van milieudaders.
Uit de resultaten blijkt dat milieudaders worden vervolgd voor een breed scala aan milieudelicten. Zij hebben vaak meer dan één delict op hun strafblad, en overtreden regels binnen én buiten het milieudomein. Er werden drie unieke criminele ontwikkelingspaden gevonden. Verder is recidive in de onderzoeksgroep laag: minder dan een kwart recidiveert naar enig delict, en slechts een klein deel recidiveert naar een Wed-feit. Wel is er sprake van variatie en pleegde een klein deel van de daders een groot deel van alle delicten.
Dit is een uitgave in de reeks ‘Handhaving en Gedrag’.
Handhaving en Gedrag is een interdepartementaal samenwerkingsprogramma en is opdrachtgever voor gedragswetenschappelijk onderzoek relevant voor handhaving en naleving van regelgeving. Het programma bouwt aan wetenschappelijke kennis over mechanismen die ten grondslag liggen aan naleving of overtreding van regelgeving en de wijze waarop de overheid dit gedrag kan beïnvloeden. De centrale vraag is hoe het nalevingsgedrag van burgers, bedrijven en instellingen kan worden verklaard vanuit de kenmerken en motieven van de doelgroep en de omgevingsfactoren, waaronder de handhaving. Daarmee draagt het programma bij aan de kwaliteit van de handhaving.