Wessels, B. | Hardback | 28-02-2020 | 9789013157246
Wat mag een curator doen? Welke beleidsvrijheid heeft de curator bij beheer en vereffening van de boedel? Wie controleert hem? De titel geeft uitvoerig antwoord op deze kernvragen. De uitgave bevat recente rechterlijke uitspraken en actuele literatuur, die iedere gespecialiseerde jurist in het insolventierecht zou moeten kennen. Heeft u als jurist veel te maken met het insolventierecht? Dan is Bestuur en beheer na faillietverklaring een waardevolle toevoeging aan uw collectie. U vindt in deze uitgave diepgaand commentaar op de versterkte positie van de faillissementscurator, waaronder de recent inwerking getreden verplichting tot fraudesignalering, de mogelijkheid een bestuursverbod op te laten leggen en de verruiming van de bevoegdheid om van bestuurders en commissarissen informatie op te eisen. Alle rechtspraak en relevante literatuur, vanaf de vorige bewerking eind 2014 verschenen, is verwerkt. Deze titel is onderdeel van de serie Wessels Insolventierecht. Deze serie bestaat uit tien delen. Bestuur en beheer na faillietverklaring is het onderwerp van Wessels IV 2020. In het bijzonder wordt hierin art. 64-107 Faillissementswet behandelt. De auteur bespreekt uitgebreid de aansprakelijkheid van de curator en de taak en de positie van de rechter-commissaris en die van de rechtbank. Beschouwingen over onder meer de volgende onderwerpen passeren de revue: De schuldeiserscommissie, Vergaderingen van de schuldeisers, Voorzieningen ten aanzien van de schuldenaar na de faillietverklaring, zoals de faillissementsgijzeling, De bijzondere wettelijke beheerstaken van de curator, waaronder de boedelbeschrijving, Het voortzetten van het bedrijf, Het vervreemden van goederen vóór de staat van insolventie en Het aangaan van schikkingen. Sinds 2017 is het mogelijk dat de curator informatie kan krijgen van de gefailleerde schuldenaar, diens echtgenoot of van bestuurders en commissarissen. Eveneens mogelijk is het verkrijgen van inlichtingen van de Belastingdienst of via het (doen) entameren van Financieel strafrechtelijk onderzoek of (het al dan niet zelf uitoefenen van) het recht van enquête. Er is daarom speciaal een afzonderlijk hoofdstuk aan dit thema besteed. Tot slot besteedt de auteur uitvoerig aandacht aan de sedert 2016 geldende wettelijke regeling van het civielrechtelijke bestuursverbod.