Heidegger in gesprek met Der Spiegel
Serie: Filosofie in dialoog
Heidegger, M. | Paperback / softback | 10-01-2006 | 9789077070178
Enkele dagen na het overlijden van Martin Heidegger, in mei 1976, verscheen in het Duitse weekblad ‘Der Spiegel’ een tien jaar eerder opgenomen interview met hem, dat onder intellectuelen wereldwijd de aandacht trok. In dit gesprek met Rudolf Augstein, hoofdredacteur van ‘Der Spiegel’, trachtte Heidegger de verwijten tegen hem inzake zijn houding tegenover het nazi-regime in de jaren ’30 te ontzenuwen. Heidegger, die in 1933 het rectoraat van de universiteit van Freiburg aanvaardde, kwam in zijn beruchte rectoraatsrede en ook elders tot uitspraken, die in dit opzicht uiterst compromitterend waren. De manier waarop de denker van Todtnauberg hier op de beschuldigingen reageerde was volgens sommigen van een onthutsende sluwheid en, naar het oordeel van George Steiner, ‘meesterlijk in haar katachtige behendigheid en ontwijkingen’.
Maar het gesprek biedt meer: het verheldert tevens een aantal belangrijke facetten van het denken van Heidegger, zoals zijn visie dat de mens geen greep meer heeft op de moderne technologische ontwikkelingen, ja zelfs dat het wezen van de techniek zich volledig aan menselijke beheersing onttrekt. Ook verklaarde hij in het gesprek dat de filosofie naar zijn oordeel geen verandering meer in de hedendaagse wereldsituatie kan brengen (‘Die Philosophie ist am Ende’). Het is de cybernetica die volgens Heidegger de plaats van de filosofie heeft ingenomen. Deze uitspraak, al in 1966 gedaan, kan profetisch worden genoemd, gezien de omvang, snelheid en reikwijdte van de informatierevolutie sinds de jaren ’80.
Daarmee heeft dit fascinerende en geruchtmakende ‘diepte-interview’ tevens het karakter van een soort intellectueel ‘testament’ van een der grootste denkers uit de twintigste eeuw. Mede om die reden is het ook in deze tijd van belang er (opnieuw) kennis van te nemen.
Deze uitgave bevat een gereviseerde versie van de destijds in ‘Wijsgerig perspectief op maatschappij en wetenschap’ gepubliceerde vertaling van Paul Beers.
Interviewer Rudolf Augstein (1923) is een van Duitslands beroemdste en meest gerespecteerde journalisten. Kort na de oorlog richtte hij het weekblad ‘Der Spiegel’ op dat al spoedig naam verwierf als het beste onafhankelijke nieuws- en opinieblad van Europa. In 1999 werd Augstein uitgeroepen tot ‘Journalist van de Eeuw’ aan de hand van een toen samengestelde lijst van 100 meest prominente journalisten.
Het gesprek met Augstein wordt voorafgegaan door een verhelderende inleiding door prof.dr. Jacques De Visscher, waarin Heideggers inzichten en zijn plaats in de moderne wijsbegeerte worden belicht.
‘Heideggers verantwoording van zijn houding in de jaren dertig (…) wekte bewondering op, maar ook scherpe afwijzing. (…) Voor deze nieuwe uitgave schreef Jacques De Visscher een zeer verhelderende inleiding. Een fascinerend boek!’ (J.A. Eekhof voor de Nederlandse Bibliotheek Dienst)
‘Verplicht leesvoer voor degenen die Heideggers werk terzijde leggen omdat hij “fout” was.’ (Filosofie Magazine)
Martin Heidegger (1889-1976) is een van de meest eminente en ongetwijfeld ook meest omstreden denkers van de twintigste eeuw. Tot zijn belangrijkste werken behoren ‘Sein und Zeit’ (1927), ‘Vom Wesen der Wahrheit’ (1949), ‘Holzwege’ (1950) en ‘Zur Sache des Denkens’ (1969). In het Nederlands verscheen van hem o.m. ‘Wat is metafysica?’ (1970), ‘De techniek en de ommekeer’ (1973), ‘De tijd van het wereldbeeld’ (1984), ‘De oorsprong van het kunstwerk’ (1994), ‘Zijn en tijd’ (1998) en ‘De landweg’ (2001).