Jansen, Roel | Paperback / softback | 25-09-2017 | 9789081058032 |
Levertijd 5 dagen
Waarom is het voor Tai Chi-leraren zaak om de houdingen uit de Yang-stijl Tai Chi in het Chinees te kennen? Die kunnen toch, zoals in diverse andere Tai Chi-boeken ook gebeurt, gewoon vertaald worden naar het Nederlands?
In dit boek wordt duidelijk gemaakt waarom wij, niet-Chinese beoefenaren, er niet omheen kunnen om de Chinese naamgeving te blijven hanteren. Er wordt uitgebreid ingegaan op dubbele bodems in de Chinese taal en op de vraag of het gebruik van ‘geheime instructies’ via de Chinese karaktertekens wel of niet bestaat; op basis daarvan wordt aangetoond dat een één-op-één vertaling van de namen van de houdingen vaak niet mogelijk is.
Daarnaast is een uitleg van de betekenis van de namen van Tai Chi-houdingen niet compleet zonder die Tai Chi-houdingen eerst in de culturele context van de krijgskunst Tai Chi te plaatsen, en dus gaat dit boek diep in op vragen over de connectie tussen qigong en Tai Chi en het ‘intern’ zijn van Tai Chi, wat een stijl tot een stijl maakt en hoe de lange vorm van Tai Chi als onderwijsmethode werkt. Om deze vragen te kunnen beantwoorden worden commerciële en politieke belangen op het gebied van de beeldbepaling rondom Tai Chi eerst verduidelijkt, en vervolgens terzijde geschoven.
Tot slot volgt een uitgebreide uitleg bij de namen van elk van de houdingen uit de 108-vorm Yang-stijl Tai Chi, waarbij rekening wordt gehouden met alles wat hiervoor in het boek is uitgelegd.
Het boek is bedoeld voor gevorderde beoefenaars die, naast de Yang-stijl, op zijn minst working knowledge hebben van de Chen-stijl. Toch weet de auteur redelijk stijl-vrij te blijven: door de keuze om zijn uitleg bij de houdingen niet te illustreren staat het elke lezer vrij om de uitleg naar eigen inzicht in te vullen, waardoor het een interessante bron van kennis wordt voor alle gevorderde Tai Chi-beoefenaars.