Schrijver, Emile | Paperback / softback | 28-02-2025 | 9789044656916
De term ‘antisemitisme’ werd in 1860 geïntroduceerd door de Oostenrijks-Joodse onderzoeker Moritz Steinschneider. Maar antisemitisme is natuurlijk veel ouder dan de term? Het kent een lange geschiedenis, die ongeveer begon toen de Joden zich vanaf het eind van de eerste eeuw vanuit Palestina verspreidden over Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië. Zodra Joden zich buiten de grenzen van hun oorspronkelijke woongebied bewogen, ging hun etnische en religieuze identiteit een grotere rol spelen en veranderden ze in de Ander: onderdeel van de maatschappij waarin ze leefden, en tegelijkertijd erbuiten. Voor hen golden andere wetten: ze moesten meer belasting betalen, waren uitgesloten van bepaalde functies, moesten zich met hun kleding onderscheiden van de rest of konden hun religie niet in vrijheid belijden. Joden werden gedwongen zich te bekeren, werden systematisch buitengesloten, gewantrouwd, bespot en vervolgd. Emile Schrijver en Ruth Peeters stelden een verzameling van ooggetuigenverslagen van antisemitisme samen, vanaf de eerste eeuwen tot nu. Een aanzienlijk aantal is voor deze gelegenheid voor het eerst in het Nederlands vertaald. Het is een boek dat ons de pijnlijkste gevolgen laat zien en voelen van wat er gebeurt als we denken zonder grijstinten en als we de Ander buitensluiten.
Emile Schrijver is algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Joodse boek aan de Universiteit van Amsterdam, en de auteur van de romans De Hillel Codex (longlist Gouden Strop, publieksshortlist VN Thrillergids) en De Firkovich-bende.
Ruth Peeters studeerde Semitische talen in Groningen en Hebreeuws in Amsterdam. Zij is al vele jaren actief in de Joodse boekwetenschap. Tegenwoordig werkt zij als onafhankelijk onderzoeker, tekstschrijver en redacteur.