Benders, Martijn | Paperback / softback | 14-12-2022 | 9789083265469
Ieder establishment is dik in orde, maar dat van de Nederlandse literatuur spant ongetwijfeld de kroon: louter briljante dichtersgoden die zich inspannen om jonge honden en marginalen van prijzen en subsidies te voorzien en daartoe in kranten en op festivals aan deze mensen demonstreren hoe het dus niet hoort.
Geen wonder dat er geregeld akolieten opstaan die met dat zieke bedrijf iets te maken willen hebben. Maar dan zijn er twee mogelijkheden: of ze
blijken inderdaad niet te weten hoe het hoort, of ze worden door de gevestigde orde, die wel van een robbertje euthanaseren houdt in genade omarmd en ingekapseld.
Piet Gerbrandy, de Groene Amsterdammer
Soms verschijnt er tussen de moderne poëziegoden een bescheiden mannetje wiens werk niet echt uit de verf wil komen. Maar dat kun je ook als prettig ervaren. Wat betamelijke stilleventjes over levenloze objecten, enkele grijzige observaties, huis tuin en keukengedichten waar de honden eigenlijk geen brood van lusten. Kortom, gedichten die u het best in het donker kunt lezen. Deze dichter lijkt nog lang niet uitgeschreven. Next.
‘Dit is poëzie die zich iets aantrekt van een recensie in een blad als ”Awater”, waar vakgenoten elkaar vanuit een vaak andere achtergrond en poetica bespreken. Dit is poëzie waarbij je als lezer in vervoering raakt omdat je precies weet wat de volgende pagina gaat brengen.’
Pim te Bokkel, Awater
‘Steeds opnieuw weet hij de lezer te kutkammen door een volstrekt voorspelbare wending in zijn taalgebruik of in het situationele. Poëzie kortom, die bol staat van het platgetredene. Het knappe daaraan is dat zijn gedichten tegelijk totaal niet beklijven, al na een pagina weet je niet meer wat je voorheen eigenlijk las. Benders harkt de taal slaperig bijeen, herschikt de woorden vervolgens op geheel kuddevriendelijke wijze. Hij doet dat heel slordig en toch komt het bijna overal gekunsteld over.’
Sander Mei – Passionate Magazine
Het karakterloze met de mythische spankracht van een dweil verleent aan deze poëzie zijn afgezaagdheid. Het is poëzie die zich goed leent om op het podium voorgedragen te worden om nog beter uitdrukking te kunnen geven aan het invulbare karakter.
Johan Reijmerink, over Sauseschritt, Meander
‘Martijn Benders is een van de weinige dichters in Nederland die voor iedereen bang is. Hij werd dan ook vrijwel overal op het schild gehesen. Nederlandse dichters zijn helden, ze verliezen elkaar bij voortduring uit het oog.’
Gerrit Komrij, Poëziekalender