naar “A Christmas carol”
Dickens, Charles | Paperback / softback | 14-02-2015 | 9789491872976
A Christmas Carol is een Victoriaanse allegorie over een oude en verbitterde vrek, Ebenezer Scrooge, die in de nacht voor Kerstmis een aantal dromen heeft en daardoor tot inkeer komt. Scrooge is een financier en geldwisselaar die zich zijn leven lang heeft gericht op het verkrijgen van meer geld en verder niets. Hij veracht andere zaken dan geld, inclusief vriendschap, liefde en de gedachte van het kerstfeest. Dickens heeft het verhaal ingedeeld in vijf hoofdstukken.
Het verhaal begint op kerstavond, precies zeven jaar na de dood van Jacob Marley, Scrooges zakenpartner, met wie hij ooit hun bedrijf, “Scrooge & Marley”, begon. Scrooge en zijn boekhouder Bob Cratchit zijn aan het werk op het kantoor, met Cratchit in een slecht verwarmde ruimte – slachtoffer van de gierigheid van Scrooge. Fred, een neef van Scrooge, komt langs om zijn oom een ‘gelukkig kerstfeest’ te wensen en hem uit te nodigen voor het kerstdiner op eerste kerstdag. Scrooge stuurt hem weg met opmerkingen als ‘Bah! Onzin!’ De heren die daarna binnenkomen om te collecteren voor de armen worden door Scrooge afgepoeierd met de opmerkingen dat de werkhuizen en de armenwet voldoende zijn voor de armen. Als de heren antwoorden dat ze sterven zouden verkiezen boven terecht komen in een armenhuis, antwoordt Scrooge ‘Als ze liever sterven… dan moeten ze dat maar doen en zo de overbevolking verminderen.’ Aan het eind van de dag stemt Scrooge grommend in met een vrije dag voor Cratchit op eerste kerstdag, mits hij de tweede kerstdag ter compensatie dan eerder komt.
Scrooge gaat laat naar huis, een statig pand dat vroeger van wijlen Jacob Marley was. Hij had het huis geërfd na de dood van Jacob Marley. Het huis is donker en koud om kosten te sparen. Als hij de sleutel in het slot steekt, schrikt hij als de klopper op de deur de vorm krijgt van het spookachtige gezicht van Marley. Dit is het begin van een gedenkwaardige nacht. Geluiden in het donker op de trap, geluiden van schuivende grendels en slaande deuren elders in het huis, en een onverklaarbaar gerinkel van de in onbruik geraakte bedienden bel gaan vooraf aan een bezoek van de geest Marley terwijl Scrooge bij de haard zijn pap zit te eten. Marley is gekomen om Scrooge te waarschuwen dat zijn huidige levensstijl hem hetzelfde lot zal brengen als Marley na zijn dood: veroordeeld om over de aarde te zwerven als boetedoening voor het gebrek aan naastenliefde tijdens zijn leven. Als symbool van zijn marteling draagt Marley een zware ketting met daaraan symbolische objecten uit zijn leven, maar dan in massief metaal: kasboeken, geldkisten, sleutels en dergelijke. Marley waarschuwt dat het lot van Scrooge nog erger kan zijn, want zijn ketting was zeven jaar geleden al net zo lang als die van Marley, en hij heeft ze met zijn egocentrische levensstijl alleen maar langer gemaakt. Marley vertelt Scrooge dat hij een kans heeft om aan zijn lot te ontkomen door bezoeken van drie geesten die een voor een zullen komen. Scrooge is geschrokken maar niet geheel overtuigd dat hij niet hallucineerde en gaat naar bed, denkend dat een goede nachtrust hem goed zal doen.