Serie: Groningen Centre for Law and Governance
Koops, E. | Paperback / softback | 06-03-2015 | 9789089749734
Vóór 1992, het jaar van de inwerkingtreding van de belangrijkste delen van het huidige Burgerlijk Wetboek, kon de Nederlandse wetgever bij zijn wetgevende arbeid ten aanzien van het vermogensrecht nauwelijks rekening houden met de ontwikkelingen van het computertijdperk. Intussen valt deze technologie niet meer weg te denken. Rechtsbetrekkingen tussen burgers worden in toenemende mate vormgegeven door communicatie op afstand en door de ruime beschikbaarheid van informatie. Ook het privaatrecht komt dus op verschillende manieren met het gebruik van digitale middelen in aanraking.
Dit boek is geschreven door medewerkers van de vakgroep Privaatrecht en Notarieel recht en de sectie Rechtsgeschiedenis van de Groningse juridische faculteit. Bij deze uitgave zijn de volgende vragen leidend: Zijn de vertrouwde privaatrechtelijke figuren geschikt om ‘nieuwe’ rechtsverhoudingen adequaat te beschrijven en te normeren? Biedt de digitale revolutie in privaatrechtelijk opzicht een brave new world, of is het eerder actum agere?
De bundel sluit door deze vraagstelling bewust aan bij het Groninger onderzoeksprogramma Hanteerbaar Privaatrecht, dat de behoeften van de gebruikers van het privaatrecht centraal stelt. Dat maakt deze rechtswetenschappelijke bundel ook interessant voor de juridische praktijk.
De tien bijdragen, voorafgegaan door een inleiding, zijn verzameld onder drie thema’s: Online/Offline, Rechtsvinding en Snelrecht en Virtuele Objecten.