Hardback | 28-05-2015 | 9789013130829
Aan de strafrechter komen vele bevoegdheden toe die hij ambtshalve kan aanwenden. In de praktijk blijkt het niet zo eenvoudig te bepalen wanneer er wel of niet van die bevoegdheden gebruik moet worden gemaakt:
Een getuige oproepen om het bewijs rond te krijgen ook al vraagt de officier van justitie daar niet om?
Een strafuitsluitingsgrond aannemen ook al wordt daar geen beroep op gedaan?
Moet of kan bewijs wegens onrechtmatige verkrijging worden uitgesloten ook al heeft de verdachte of zijn raadsman geen daarop toegespitst verweer gevoerd?
Kan of moet hoger worden gestraft dan gevorderd?
Ambtshalve onderzoeken en beslissen in strafzaken biedt handvatten voor de vraag wanneer de strafrechter ambtshalve van een hem toekomende bevoegdheid gebruik moet of kan maken en welke voorwaarden daarbij in acht moeten worden genomen. Daarbij wordt niet alleen aandacht gegeven aan de procedure in eerste aanleg, maar ook aan die in hoger beroep.
Een afzonderlijk hoofdstuk wordt gewijd aan ambtshalve ingrijpen in cassatie.
Prof. mr. W.H. Vellinga is advocaat-generaal in buitengewone dienst bij de Hoge Raad der Nederlanden en honorair hoogleraar straf(proces)recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.