Serie: Parlementaire geschiedenis arbeidsrecht
Drongelen, J. van | Paperback / softback | 22-06-2019 | 9789462511644
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) is in 1968 tot stand gebracht als een zuiver civielrechtelijke wet met als oogmerk de werknemer een loon te garanderen als aanvaardbare tegenprestatie voor de verrichte arbeid. In 2007 is de bestuurlijke boete als handhavingsinstrument van de overheid ingevoerd als uitvloeisel van een veranderde invulling van de betekenis van de Wml. Met het openstellen van de grenzen in mei 2007 voor de zogenoemde MOE-landers is het zwaartepunt verschoven naar oneerlijke concurrentie, wat kan worden gezien als een verschuiving van de werknemers naar de onderneming. De bestuursrechtelijke handhaving van de wet blijkt een nachtmerrie te zijn voor de toezichthoudende instantie, de Arbeidsinspectie (thans: Inspectie SZW). De handhavingsproblemen zijn telkens opgelost met aanpassing van de wetgeving. In dit boekje wordt de parlementaire geschiedenis van een van deze wijzigingswetten behandeld. Een wijziging in een wettelijk voorschrift wordt voorafgegaan door de oude (te wijzigen) wettekst. Het wijzigingsonderdeel sluit af met het wettelijk voorschrift waarin de wijzigingen zijn aangebracht. Daarbij is de volgorde aangehouden van de parlementaire behandeling. In de marge is aangegeven welk onderdeel van de parlementaire behandeling aan de orde is.