Flusser, Vilém | Paperback / softback | 06-11-2014 | 9789086841110
In In het universum van de technische beelden is het er Flusser uiteindelijk om te doen te laten zien dat mensen communiceren en dat ze dit doen in weerwil van absurditeit, vergetelheid, zinloosheid en warmtedood.
Vilém Flusser (1920-1991) schreef Ins Universum der technischen Bilder, na Für eine Philosophie der Fotografie (1983) en voor Die Schrift – Hat Schreiben Zukunft? (1987). Inmiddels behoren deze titels stuk voor stuk tot de canon van de mediatheorie en worden beschouwd als Flussers grote mediatheoretische trilogie, waarin hij de geschiedenis en ontwikkeling van communicatietechnieken in beeld en schrift vanaf de prehistorie tot en met het digitale tijdperk neerzet als een proces van toenemende abstractie.
Anno nu achterom kijkend, terug naar de toekomst die Flusser in 1985 schetste (Back to the future was trouwens toen de grootste bioscoophit), zien we dat zelfs de superluminale DeLorean waarmee Michael J. Fox in die film zijn tijdreis ondernam het heeft moeten afleggen tegen de toen al haast anachronistische typemachine waarmee Flusser, met een fenomenaal fingerspitzengefühl, zijn toekomstvisie uittikte.
Het is misschien wel die unheimische nauwkeurigheid – haast ‘mediamiek’ in de dubbele betekenis van het woord, namelijk helderziend én met een diep inzicht in de werking van media – waarmee hij onze internetsamenleving heeft voorzien, die een passende receptie van zijn werk verhinderd heeft. Flussers haarscherpe reflecties met betrekking tot media en technologie, beeldcultuur, netwerksamenleving sprankelen zo dat ze ons verblinden. Daardoor zien we deze thema’s op zichzelf, terwijl ze ook bij Flusser alleen medium zijn tot een doel, namelijk de emancipatie en bevrijding van de mens. Het is er Flusser uiteindelijk om te doen te laten zien dat mensen communiceren en dat ze dit doen in weerwil van absurditeit, vergetelheid, zinloosheid, warmtedood.
Zelf al te gemakkelijk weggezet ten opzichte van postmoderne mediafilosofen, is het gemakkelijk dat vice versa te doen (Flusser is bouder dan Baudrillard, media-mieker dan McLuhan, vlotter dan Virilio, zakelijker dan Zizek), maar het wordt met de jaren duidelijker dat zijn plaats eerder tussen Wittgenstein, Heidegger, Husserl en Buber ligt.