Serie: De Rode Ridder
Vandersteen, Willy | Paperback / softback | 04-04-2012 | 9789002154331
Als de Rode Ridder tegen de avond in een stad arriveert, wordt hem al snel duidelijk dat de misdaad er hoogtij viert, en wel in zon mate dat de waard van de herberg waar Johan zijn intrek neemt over de situatie opmerkt: het is alsof de duivel ermee gemoeid is!. Zonder het te weten heeft de waard het bij het rechte eind: de misdaadgolf wordt veroorzaakt door de sekte van Toth, een bende schurken die geleid wordt door Darkon (de ingewijde), die een dienaar is van… Bahaal. Merlijn deelt Johan diezelfde nacht in een droom mee dat het Johans bestemming is de strijd met de duistere machten aan te gaan, en kondigt hem de komst van een bondgenoot aan: Morgenster, Fee van de Dageraad. Daarmee is Merlijns rol in dit verhaal uitgespeeld. Inzet van de strijd tussen Licht en Duisternis is ditmaal het Oog van Toth, een magisch voorwerp waarmee gedachten op andere mensen kunnen worden overgebracht en demonen kunnen worden opgeroepen. Bahaal wil het oog aanwenden om, zoals altijd, de beschaving te vervangen door chaos. Aan Darkon de taak om het oog voor zijn duistere meester te stelen van de huidige eigenaar en aan Morgenster – Darkons tegenpool en dienares van Galaxa – de taak om dat, samen met Johan, te voorkomen.