Werf, Henk van der | Paperback / softback | 15-06-2022 | 9789464628012
In onze tijd geloven veel mensen niet of niet meer in de klassieke christelijke God. Toch blijven zij vaak wel denken dat er iets moet zijn, een essentie boven of buiten onze aarde, waaruit alles en allen zijn voortgekomen. We bedoelen de zogenoemde “ietsisten”. Door traditionele gelovigen werden en worden zij doorgaans behandeld als ondergeschoven kindjes. Met alleszins aannemelijke argumenten was Seneca een “ietsist” avant la lettre, dus: voordat dit begrip bestond. De schrijver wil met dit boek in hoofdlijnen laten zien dat de literaire nalatenschap van Seneca zelfs in onze tijd nog veel perspectieven biedt om verhalen over de kosmos, de aarde en de plaats van de mens daarin met andere ogen te kunnen lezen. De in Cordoba (Spanje) geboren Romein Lucius Annaeus Seneca (omstreeks 4 v. Chr. – 65 n. Chr.) was als stoïcijn een heidense schrijver met een uitgesproken religieuze agenda. Na zijn dood ondervond hij enthousiaste bijval van de christelijke kerk. Seneca geloofde in het bestaan van een goddelijke dimensie: één God, schepper en drager van alles wat leeft. Het mysterie van het leven zag hij als een voorlopig onopgelost raadsel met hoopgevende en betekenisvolle perspectieven. De christenen voelden veel verwantschap met Seneca. De prominente theoloog Tertullianus (circa 160-240) sprak zeer lovend over Seneca. Hij omschreef hem als: “dikwijls één van ons”. Van de kerkvader Hiëronymus (circa 346-429) werd zelfs gezegd dat hij Seneca als christelijk auteur annexeerde. Mede op basis van zijn natuurkundige onderzoeken schetste Seneca met nieuwe inzichten echter een totaal ander beeld van de impact van de kosmos dan de latere traditionele verhalen van de christenen. De sleutel tot de poort van het levensgeheim bevond zich volgens Seneca in de kosmos. Hij was ervan overtuigd dat de harmonische structuren bewust waren ontworpen. Niet minder fascinerend is dat Seneca – in een tijd waarin men zich niet kon voorstellen dat de mensheid desastreus zou gaan bijdragen aan aftakeling van de organische samenhang van de harmonie der sferen – al waarschuwde voor de gevolgen van een verkeerde levensstijl. Om noodzakelijk evenwicht te bewaren of te herstellen zal volgens de visie van de Stoa mensengedrag beter afgestemd moeten worden op het karakter en de waarde van de kosmische structuren. Dit systeem is erop gebaseerd dat de mens zich gedraagt als een goed rentmeester.